Mijn lijst met blogs

zaterdag 24 juni 2017

Over creationisme in de spelling



Dit stukje gaat over creëren. Daarmee bedoel ik niet het creëren waaraan de godheid zich volgens het gelovige deel van de wereldbevolking bezondigd heeft. Vergeef me de woordspeling.  
Nee, ik moet even iets kwijt over de spelling van het werkwoord creëren en het nut van de puntjes op de letter e.

Behoorlijk wat Nederlandse woorden hebben een deelteken of trema. Het woord zegt het zelf: het deelteken maakt je duidelijk dat je een opeenvolging van klinkers niet als één langgerekte klank mag lezen. 
Twee e's na elkaar lees je doorgaans immers als een lange e. Plaats je puntjes op de tweede e, dan maak je duidelijk dat je de klank onderbreekt (of in tweeën deelt). Vergelijk de uitspraak van lees, veel, heel of keel met de uitspraak van de dubbele e in creëren en je merkt het meteen.

Niet te vergeten:

De puntjes komen op de e die volgt op de klankonderbreking.
Dus:
creëren >> de onderbreking komt na de eerste e, voor de tweede
gecreëerd >> de onderbreking komt ook hier na de eerste e
tweeën >> de onderbreking komt na de tweede e

Er staan geen puntjes wanneer de klinkergroep nooit als één langgerekte klank kan worden gelezen.
Dus:
creatie >> ea kun je niet als één enkele klank lezen

Je gebruikt de puntjes enkel binnen de woordgrens. Over de woordgrens heen schrijf je een streepje.
Dus:
mee-eten >> mee en eten zijn twee woorden
creëren >> je kunt creëren niet in twee woorden uitsplitsen

Zijn er uitzonderingen en speciale gevallen? 

Ja, we hebben het hier immers over de spellingregels voor het Nederlands ...
Ik houd ze voor later. Moeilijk verteerbaar voedsel mag je slechts in kleine porties eten.

Waarom staan er twee e's in creëren en drie in gecreëerd?

Dat heeft te maken met open en gesloten lettergrepen.
Open lettergrepen zijn lettergrepen die eindigen op een klinker. Gesloten lettergrepen eindigen op een medeklinker. Aap bijvoorbeeld is een gesloten lettergreep, ma is een open lettergreep.  

Neem een aspirientje en volg even mee:

In creëren heb je de open lettergreep cre, die gevolgd wordt door de open lettergreep e
Dus: cre-e-ren
In een open lettergreep schrijven we een lange klank enkel. Er moet dus maar één letter e in de lettergrepen cre en e staan.

In gecreëerd wordt de open lettergreep cre gevolgd door een gesloten lettergreep eerd
Dus: ge-cre-eerd.
In een gesloten lettergreep schrijven we een lange klank dubbel. Daarom staan er twee e's in eerd.

Zijn daarmee al je besognes van de baan?

Wel, je zou de vraag kunnen stellen waarom zee en mee een dubbele e krijgen, ook al zijn het woorden die bestaan uit een open lettergreep.
Zoek niet verder: het heeft te maken met het feit dat je het onderscheid moet kunnen maken tussen ze en zee, of me en mee


Is er een moraal aan dit verhaal?

Willem Kloos schreef dat hij een god was in het diepst van zijn gedachten. Het is duidelijk dat de man nooit de spellingregels voor het Nederlands heeft moeten creëren












donderdag 22 juni 2017

Linda's veelzijdige echtgenoot?


Marxisme voor beginners



Misschien was je het al vergeten, maar ik had je nog iets te goed over de gebiedende wijs. (Zie het hoofdstukje over Marx en veilig rijden.)

Vergelijk je even de volgende zinnen?

Gebiedende Marx anno 2017
Arbeiders van alle landen, verenig u.
Uitnodigende Marx anno 2017
Arbeiders van alle landen, verenigt u zich.

Waar komt het verschil in spelling tussen de werkwoorden vandaan?

De gebiedende Marx gebruikt wel u, maar die u is geen onderwerp van de zin. De u is een vorm van het woord zichZich verenigen is een wederkerend werkwoord, dat wil zeggen een werkwoord waaraan een vorm van het woord zich is verbonden. 
Andere wederkerende werkwoorden zijn zich wassen, zich scheren, zich gedragen ...

In de uitnodigende zin staat ook een u. Die u is echter wél het onderwerp van de zin. Om die reden krijgt het werkwoord een t. Het werkwoord moet immers naar het onderwerp 'luisteren'. 
Ook zich komt in de zin voor, zoals het hoort wanneer er een wederkerend werkwoord is.

Andere voorbeelden

Wend u tot hem.
Wendt u zich tot hem.

Gedraag u!
Gedraagt u zich!


Moet je iets onthouden?

Ja, graag. En niet noodzakelijk over taal. 

  • L'union fait la force. 
  • Et l'onion fait la farce.








Terug naar school?


Over Joden en joden



Niet alle Joden zijn joden, en omgekeerd. Een jood is iemand met het joodse geloof. Een Jood daarentegen is iemand van het Joodse volk. De twee begrippen hoeven niet naar dezelfde groep van mensen te verwijzen.

Woorden voor gelovigen en hun religies krijgen geen hoofdletter. Woorden die verwijzen naar een volk of bevolkingsgroep (naar etniciteit dus) schrijf je daarentegen wel met een hoofdletter.

joden
christenen
moslims

de joodse heilige dag 
het christelijke paasfeest 

Antwerpen heeft een grote Joodse gemeenschap.
Jaarlijks emigreren veel Joden naar Israël.
In Israël wonen hoofdzakelijk Joden en Arabieren.

Afsluitertje

Wat dacht je van een Joodse 'witz'?
SS-commandant zegt tot Jood: “Als je mij kunt zeggen welk oog van mij van glas is, laat ik je los.”
Jood zegt onmiddellijk: “Het linkeroog.”
SS-commandant: “Hoe weet je dat zo gauw?”
Jood: “Het kijkt me zo menselijk aan.”


zaterdag 3 juni 2017

Veelzijdige Linda


Over Marx en veilig rijden





Voor wie vragen zou hebben bij de foto hierboven: dit stukje gaat niet over het marxisme. 
Ik wil het wel even hebben over de 'gebiedende wijs', dat wil zeggen over de uitgang van het werkwoord in een zin die een gebod uitdrukt. 

Vroeger hing de spelling van het 'gebiedende' werkwoord af van het aantal mensen tot wie je je gebod richtte. Sprak je meer dan één persoon aan, dan kreeg het werkwoord een t achteraan. 
Om die reden staat er op de affiche hierboven een t in het werkwoord verenigt
Je kon de t ook vinden op borden die je aanspoorden om voorzichtig te rijden. 



In het moderne Nederlands valt de t weg in de gebiedende wijs. Je zegt dus: kom hier, geef me het boek, rijd voorzichtig, wees stil ... ook als je meer dan één persoon aanspreekt. 

Let wel: er is ook een 'beleefde' gebiedende wijs. In die beleefde gebiedende wijs gebruik je niet alleen een werkwoord maar ook een onderwerp, namelijk het woord u. Kijk maar even naar de volgende voorbeelden:

Rijd vooral voorzichtig.
Rijdt u vooral voorzichtig.

Luister even!
Luistert u even!

In de zinnen met een u-onderwerp moet er een t aan het werkwoord komen. Dat is logisch: het werkwoord krijgt de uitgang t omdat er een onderwerp u is waarnaar het moet 'luisteren'. 

Misschien vraag je je af waarom er geen t komt aan het werkwoord in de volgende zin? Er staat immer een u.
Arbeiders, verenig u. 

De taalvaardige lezer weet dat dit is omdat de u geen onderwerp is in de zin. Daarover meer in een volgend stukje!


Dit onthoud je:

  • Taalgebruikers aller Nederlanden, schrijf geen t in de gewone gebiedende wijs van je werkwoord.







vrijdag 19 mei 2017

Over moraal in de taal








Vlaanderen heeft een probleem met slaan. Daarmee bedoel ik niet dat wij een vredelievend volkje zijn met een afkeer van fysiek geweld. Wat ik wel wil zeggen is dat Vlamingen het werkwoord slaan vaak fout vervoegen. Ik hoor geregeld *hij slaagt of *hij heeft geslaan. Men plaatst een g waar er geen hoort of men laat een g weg waar ze wel hoort te staan. Blijkbaar verwart men met het werkwoord slagen

Onthoud:

slaan, hij slaat, hij sloeg, hij heeft geslagen

slagen, hij slaagt, hij slaagde, hij is geslaagd

Een andere lastigaard is heffen. Wil je de taalcreativiteit van de Vlaming meten, dan volstaat het naar het deelwoord van heffen te vragen. Het bizarre *gehoffen schijnt de absolute favoriet te zijn. Nochtans is er maar één correcte vorm, namelijk geheven.

heffen, hij heft, hij hief, hij heeft geheven

Wie dat woord niet kan onthouden, moet aan verheven denken. Dat is het deelwoord van verheffen. Verheffen zelf gebruiken we niet zo vaak meer, maar de vorm verheven kom je wel in tekst of gebed tegen en zit blijkbaar goed in ieders geheugen geprent. 


Dit onthoud je:

  • Verhevenheid bereik je naar het schijnt door te slagen en niet door te slaan
  • Ik weet niet of Mike Tyson het daarmee eens is. 






dinsdag 16 mei 2017

Politieke incollectheid



Misdadige spelling







Ik las een tijdje geleden in de krant dat er een zware overval was gepleegd: gangsters beroofden een geldtransport en gingen ervandoor met 2 euromunten.

Je denkt nu vermoedelijk: al die moeite voor 2 euromunten? Wel, de dieven vonden dat het loonde. De buit was immers groter dan je zou kunnen afleiden uit de tekst. De taal zet ons hier op een dwaalspoor.

Hoe schrijf je een woord dat bestaat uit een cijfer en twee naamwoorden?
De voorbeelden maken het duidelijk:

1 meiviering
11 novemberoptocht
1 aprilgrap
8 uurjournaal
1000 meterrecord
50 eurobiljet
2 euromunt
5 sterrenhotel
2+1 gratisactie
19e eeuwarchitectuur
1e prijswinnaar

De woorden hierboven volgen de officiële spelling. De Spellingwijzer van het Genootschap Onze Taal vermeldt echter ook een alternatieve spelling. 

1-meiviering
1-aprilgrap
50-eurobiljet
2-euromunt enz.

Het Genootschap Onze Taal verkiest die spelling omdat ze dubbelzinnigheden vermijdt. 
Immers, hoe versta je anders de volgende zin?

Ik heb nog 2 euromunten.

Twee betekenissen zijn mogelijk:
Ik heb nog munten van 2 euro.
Ik heb nog 2 munten van 1 euro.

Plaats je een streepje na het cijfer, dan maak je duidelijk dat de eerste betekenis de goede is.


Dit onthoud je:

  • Raadpleeg Het Groene Boekje voor je een bank overvalt. 




vrijdag 12 mei 2017

Wat lief


Waarom ijsberen geen pinguïns eten


Ik weet niet of ijsberen pinguïns lusten. Ik weet wel dat alleen ijsberen met een geldige reispas pinguïns kunnen eten. IJsberen leven immers aan de Noordpool en pinguïns aan de Zuidpool. 
In de zoo kun je beide diersoorten misschien bewonderen, maar iets zegt me dat ze keurig uit elkaars buurt worden gehouden.

Een en ander brengt me bij een taalkundig probleem, namelijk: wanneer plaats je een komma vóór een betrekkelijke bijzin?
(Een betrekkelijke bijzin is een zin die doorgaans begint met die of dat.)

Vergelijk de volgende zinnen:

De ijsbeer, die op de Noordpool leeft, is met uitsterven bedreigd.
De ijsbeer die in de Antwerpse zoo leeft, heeft last van de warmte.

De eerste zin gaat over de ijsbeer als soort. De zin zegt ons dat de ijsbeer uitsterft. Terloops krijg je ook de informatie dat de ijsbeer (als soort) op de Noordpool leeft. 
Valt die informatie weg, dan is er niet aan de kernboodschap geraakt. Kijk maar:
De ijsbeer is met uitsterven bedreigd.

Het onderwerp van de tweede zin is die ene ijsbeer die in de Antwerpse zoo leeft. Op een zonnige zomerdag heeft die misschien wel last van de warmte. 
Je kunt de informatie uit de bijzin niet weglaten omdat ze belangrijk is. De bijzin beperkt immers het onderwerp van je zin. Dat merk je in het volgende voorbeeld:
De ijsbeer heeft last van de warmte.
Als je die zin uit de context leest, denk je misschien dat hij over de ijsbeer als soort gaat en niet over de beer in de Antwerpse zoo.

Of je al dan niet een komma plaatst, kan de betekenis van je zin dus grondig wijzigen. 

Ik geef je nog een voorbeeld:

* De Nederlanders, die op 27 april jarig zijn, zijn uitgenodigd op het koninklijk paleis.
De Nederlanders die op 27 april jarig zijn, zijn uitgenodigd op het koninklijk paleis. 

De eerste zin is nonsensicaal omdat niet alle Nederlanders op 27 april jarig zijn. 
De tweede zin gaat enkel over die Nederlanders die op Koningsdag jarig zijn. Semantisch (qua inhoud dus) is hij mogelijk, maar veel zal afhangen van de vrijgevigheid van het koningshuis.


Dit onthoud je:


  • Niet elke ijsbeer heeft last van de warmte.
  • Ik sluit niet uit dat er meer dan één ijsbeer in de zoo leeft.
  • Niet elke Nederlander wordt op Koningsdag uitgenodigd op het paleis.
  • Plaats nooit een komma vóór een beperkende bijzin.















zaterdag 29 april 2017

Over de man, de wolf, de geit en de kool




Je komt het niet zo vaak tegen: een man is op stap met een wolf, een geit en een kool. 

Hij komt bij een rivier en moet veilig aan de overkant geraken. 
Er ligt een bootje maar het is klein: hij zal de wolf, de geit en de kool elk apart naar de overkant moeten brengen. 

Er is echter een probleem. 
Hij kan de wolf en de geit niet samen achterlaten op een oever terwijl hij de kool vervoert. De wolf zou de geit immers kunnen opeten. Hij kan ook de geit niet samen met de kool achterlaten want dan zal de geit de kool opeten. 

Hoe kan hij de wolf, de geit en de kool met de boot naar de overkant brengen zonder dat de geit of de kool worden opgegeten?

Ja, dit is een raadseltje. Je vraagt je vermoedelijk af wat het met taal te maken heeft. Het antwoord is: niet zo veel. Ik had gewoon zin om je een oefening in logisch denken voor te leggen. 
Let wel, dit moet me even van het hart:  de relatie tussen logisch of wiskundig denken en taalwetenschap (de echte taalwetenschap, die meer is dan taalregeltjes) is veel hechter dan je denkt. Misschien later meer daarover. 

Heb je de oplossing voor het raadsel? Plaats het dan onder opmerkingen. Ik ben benieuwd!


Dit heb je misschien opgemerkt:

  • Er zijn wolven die wel geiten lusten maar geen kool.
  • Er zijn erg grote kolen. 




vrijdag 28 april 2017

Monsantokip


Een teken van verbondenheid



Resie heeft een vraag over de kommapunt (of puntkomma). Wanneer plaats je dat teken nu eigenlijk? 
Je ziet de kommapunt niet zo vaak in tekst: blijkbaar aarzelen nogal wat mensen om het teken te gebruiken. 

De kommapunt kun je plaatsen tussen twee zinnen die zonder elkaar weinigzeggend zijn. De ene zin ligt als het ware in het verlengde van de andere. Wat links en rechts van het teken staat, is sterk met elkaar verbonden. Die verbondenheid is sterker dan bij een punt.
Voorbeeld
Jan is ziek; hij komt vandaag niet werken. 

Je hoort me niet zeggen dat de punt hier fout zou zijn. Als steeds in de taalregelgeving wordt veel aan het gevoel van de taalgebruiker overgelaten. Het sterk met elkaar verbonden zijn is immers niet iets wat exact meetbaar is. Je kunt trouwens stellen dat zinnen in een tekst sowieso inhoudelijk met elkaar verbonden zijn en logisch uit elkaar volgen. 

Misschien kunnen de stijlregels je helpen. Immers, plaats je een punt in het bovenstaande voorbeeld, dan krijg je een opeenvolging van twee korte zinnen met een gelijkaardige grammaticale structuur van onderwerp + werkwoord + de korte rest van de zin. Dat is geen mooie stijl.
Voorbeeld
Jan is ziek. Hij komt vandaag niet werken. 

Ik geef toe, ook in het tweede voorbeeld heb je die opeenvolging van korte, grammaticaal gelijkaardige zinnen. Door de kommapunt echter lijkt het meer aanvaardbaar, alsof je maar met één zin te maken hebt in plaats van met twee. 

Vergis je echter niet: wat links en rechts van de kommapunt staat, is grammaticaal een aparte zin (een hoofdzin dus) en heeft de woordvolgorde eigen aan de hoofdzin. 
Maak je van één van de hoofdzinnen een ondergeschikte zin (een bijzin), dan verandert de woordvolgorde: het werkwoord van de bijzin komt achteraan te staan. 
Voorbeeld 
Jan komt vandaag niet werken omdat hij ziek is. 

Merk ook op dat er geen spatie komt voor de kommapunt. Dat is geen spellingregel maar een typografische afspraak voor het Nederlands. In het Frans komt de spatie er wel. 


Dit onthoud je:


  • Je kunt verbondenheid uitdrukken met een kommapunt. Een ruiker bloemen lijkt me anders ook wel een leuk idee.









donderdag 27 april 2017

Over koninginnen en hun hapjes




Vandaag viert Nederland Koningsdag, de geboortedag van de Nederlandse koning. 
Nog niet zo lang geleden werd niet Koningsdag maar Koninginnedag gevierd. Google vertelt me dat die dag niet op 27 april viel maar enkele dagen later, op de laatste dag van de maand. 

Wie een oog heeft voor taal, zal merken dat er geen tussen-n staat in Koninginnedag. Nochtans heeft het woord koningin een meervoud op -en en geen ander meervoud. 

Dat brengt ons bij de laatste uitzondering op de regel van de tussen-n. Het betreft de woorden waarvan het eerste deel verwijst naar iets wat enig is in de gegeven context
Zo schrijf je ook maneschijn en zonneschijn: er is immers maar één maan of zon waarvan wij het lichtschijnsel kunnen zien. Een gelijkaardig woord is hellevuur: er zou volgens het geloof maar één hel zijn. Sommigen zullen dat betwijfelen maar filosofie is niet het onderwerp van dit stukje. 

De woorden in de gegeven context zijn belangrijk. Koninginnedag was de dag van één welbepaalde koningin. Misschien at die koningin op Koninginnedag wel een koninginnenhapje. Iedereen kan echter zo een hapje eten, het is niet het voorrecht van de Nederlandse koningin. Om die reden volgt het woord dan ook de algemene regel en krijgt het een tussen-n.

Let ook op de hoofdletters: er staat een hoofdletter in Koninginnedag omdat het de naam van een feestdag is. Koning en koningin echter schrijf je zonder hoofdletter, net als de andere namen van titels en graden (zoals prins, paus, dokter of minister). 

Dit onthoud je:

  • Ook wanneer je niet Beatrix of Juliana heet, mag je koninginnenhapjes eten. 






dinsdag 25 april 2017

Allen daarheen


Waarom oma's op komma's letten



Er zijn mensen met een grote angst voor spellingsfouten. Ik kom ze geregeld tegen: doorgaans zijn ze niet meer zo jong en groeiden ze op in een tijd waarin foute taal werd gekoppeld aan foute opvoeding. Er werd in die tijd trouwens niet gesproken over Algemeen Nederlands maar over Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Wie geen 'keurig' Nederlands sprak of schreef, was niet 'beschaafd'. 

Jammer genoeg zijn mensen doorgaans veel minder bezig met het correcte gebruik van leestekens. Over het nut van een uniforme spelling kun je uren debatteren. Maar of je nu voor of tegen een strenge spelling bent, vast staat dat niet zo veel spellingsfouten je beletten een zin correct te begrijpen. Leestekens daarentegen hebben wel degelijk een grote invloed op hoe je de zin moet lezen. Dat geldt trouwens niet enkel voor het Nederlands ... 






Wat onthoud je?

  • Kannibalen plaatsen geen komma's.
  • Je vindt meer info over de komma en de kommapunt in volgende hoofdstukjes.


dinsdag 18 april 2017

Terreur in het bos


Inwijding in de uitweiding



Ik lees in de krant dat de directeur van een Vlaamse school niet wil *uitwijden over een incident dat gebeurde tijdens een buitenlandse schoolreis.
Dat kan ik nog enigszins begrijpen: niemand loopt graag met de billen bloot.


Minder begrijpelijk is de keuze van de journalist voor de spelling *uitwijden. Je kunt maar hopen dat de man niet van plan is deel te nemen aan het volgende Groot Dictee der Nederlandse Taal. 

Vermoedelijk heeft de verwarring te maken met het feit dat bij uitweiden over een onderwerp velen denken aan de woorden wijd of wijder, meer bepaald het wijder maken van het onderwerp. Dat is echter fout gedacht. 


Waar komt het woord uitweiden dan vandaan?

Uitweiden is iets wat koeien doen wanneer ze de eigen weide hebben kaalgevreten: ze weiden uit naar de weidekanten of naar een andere weide, op zoek naar voedsel.
Uit de betekenis uit de weide gaan is gaandeweg de betekenis afdwalen of uitvoerig spreken gegroeid. 

Overigens bestaat het woord uitwijden ook: het betekent wijder worden of wijder maken. Zo kun je een trui uitwijden door er aan te trekken of kan iets uitwijden door de warmte.


Dit onthoud je:


  • Waarover praten stieren in de wei? Over koetjes en kalfjes natuurlijk! Ze weiden er graag over uit. 




zondag 16 april 2017

Over reuzeleuke reuzen en hun feesten




Vieren reuzen feest? 

Jazeker, het kind in mij twijfelt er niet aan: reuzen houden reuzenfeesten ... en het zijn zonder twijfel reuzefeesten.

Ja, ik breng je weer bij de regel voor de tussen-n. 
Even opfrissen: soms moet er een n tussen de twee delen van een samenstelling. 
Die n komt er wanneer het eerste deel een woord is met een meervoud op en en geen ander meervoud. 
Het woord reus is zo een woord. Daarom schrijven we reuzenfeesten wanneer we verwijzen naar een feest voor reuzen.

In sommige woorden echter verwijst reus niet naar een grote mens. 
Je kunt reuze immers ook gebruiken om de betekenis van een woord te versterken. Dat doe je onder meer in de woorden reuzefeest (een heel leuk feest), reuzeleuk (heel erg leuk) of reuzepret (erg veel pret).
De n valt weg in die woorden omdat de letterlijke betekenis van het woord zoek is. 
Gebruik je reuze echter in de betekenis erg groot, dan laat je de n staan. 

Andere woorden waarin je de n weglaat:
apetrots
beresterk, bereleuk, beregoed
boordevol
pokkeduur
reuzevent, reuzemop
retegoed, retespannend
stekeblind

Vergelijk met:
de apenrots (de rots in de dierentuin waarop de apen zitten)
een berenjong (het jong van een beer)
een reuzenstap (een stap als van een reus)
een reuzenhaai (de reus onder de haaien)

Dit onthoud je:

  • Er zijn reuzenfeesten en reuzefeesten. 
  • Op beide feesten moet je goed op je tenen letten bij het dansen. 












dinsdag 4 april 2017

De taal in tijden van liefde en passie

Takkewijf?



Ik kom nog even terug op de taalregel voor de tussen-n, je weet wel: de regel die zegt dat je voortaan pannenkoek en paddenstoel moet schrijven.

Hoe luidt de regel? 
Tussen de twee delen van een samengesteld woord komt soms een n. Dat is enkel zo als het eerste deel van de samenstelling een woord is met een meervoud op en en geen ander meervoud.


Er zijn uitzonderingen op de regel. 

In dit stukje zal ik het hebben over de grootste groep van uitzonderingen, namelijk de versteende uitdrukkingen. 


Versteende uitdrukkingen zijn samenstellingen waarvan je zou kunnen menen dat ze de basisregel volgen. 

Het eerste deel ervan lijkt immers een substantief te zijn met een meervoud op en (en geen ander meervoud)
Dat is echter niet het geval. 
In sommige versteende uitdrukkingen verwijst het eerste deel niet naar het woord dat je meent te herkennen. 
Van andere versteende uitdrukkingen is de oorspronkelijke betekenis verloren gegaan.

Enkele voorbeeldjes

Van het woord klerelijer zou je misschien denken dat het verwijst naar een woord kleren (meervoud van kleed), maar dat is niet zo. De klere uit het woord verwijst naar de ziekte cholera. Een klerelijer was dus iemand die cholera had. 

Het woord kattebelletje verwijst niet naar het belletje voor de kat. Dat belletje bestaat ook maar heet kattenbelletje. Een kattebelletje daarentegen is een kort berichtje of briefje. Het woord is een vernederlandsing van het Italiaanse (s)cartabello, wat boekje betekent.

Het woord ruggengraat volgt de algemene regel omdat het nog letterlijk naar de rug verwijst
Dat is niet het geval voor ruggespraak. Ruggespraak is het overleg dat je hebt met je achterban (d.w.z. zij die achter je staan) alvorens een besluit te nemen. Die achterban hoeft niet per se letterlijk achter je rug te staan.

Enkele versteende uitdrukkingen voor in tijden van liefde

zottebollen
bolleboos
schattebout
nachtegaaltje
bruidegom
petekindje

... en voor in minder liefdevolle tijden

flierefluiter
takkewijf
bullebak
klerelijer
klerezooi
klotevent
een koekepeer (op je kinnebak)


Dit onthoud je:

  • In tijden van liefde en passie kan het nuttig zijn even het Groene Boekje open te slaan om je vocabulaire bij te werken.
  • In versteende uitdrukkingen vind je geen tussen-n.



























dinsdag 28 maart 2017

Over spinnen en spinnen



Spinnen spinnen hun spinnenwebben niet op spinnewielen.
Ja, dat is onweerlegbaar zo.

Minder duidelijk voor sommigen is de spelling van de woorden spinnenweb en spinnewiel.

In 1995 werd de spelling van het Nederlands aangepast. Vooral de nieuwe regels voor de tussen-n vielen daarbij op. 

Waarover gaan die regels?

De regels gaan over samengestelde woorden, dat wil zeggen woorden die bestaan uit (doorgaans twee) andere woorden. Soms komt er tussen de woorddelen een n, soms niet. 

Wat zeggen de regels?

De basisregel is eenvoudig.

Je plaatst enkel een tussen-n wanneer het eerste deel van het samengestelde woord een substantief is dat slechts één meervoud heeft, namelijk een meervoud op en.
(Wat is een substantief? Voor een substantief kun je hetde of een plaatsen.)


Spin is een substantief. 
Het meervoud van spin is spinnen. Dat meervoud eindigt op en. Het woord heeft geen ander meervoud. 
Het woord volgt dus de basisregel. Om die reden schrijven we spinnenwebben

Een spinnewiel is geen wiel voor spinnen. Het is een wiel waarmee je spint
Het eerste deel van de samenstelling is dus niet het substantief spin maar een vorm van het werkwoord spinnen
Er moet geen tussen-n komen.

Enkele andere woorden die de basisregel volgen:

apennoot        (de aap, apen)
hondenhok     (de hond, honden)
kattenkruid     (de kat, katten)
paddenstoel   (de pad, padden)
pannenkoek   (de pan, pannen)
reuzenarbeid (de reus, reuzen)
ruggengraat   (de rug, ruggen)
urenlang        (het uur, uren)
wiegendood   (de wieg, wiegen)
ziekenhuis     (de zieke, zieken)

wiegelied       (van het werkwoord wiegen)
rodekool        (rood is geen substantief maar een adjectief)
secondelang  (seconde heeft twee meervouden: seconden en secondes)

Zijn er uitzonderingen?

Ja, die zijn er. Ik bespreek ze in de volgende hoofdstukjes.

Dit onthoud je:
  • Je vindt geen spinnende spinnen op een spinnewiel.
  • Je vindt enkel een n tussen de twee delen van een samengesteld woord als het eerste deel een substantief is met een meervoud op en en geen ander meervoud.