Mijn lijst met blogs

vrijdag 12 mei 2017

Waarom ijsberen geen pinguïns eten


Ik weet niet of ijsberen pinguïns lusten. Ik weet wel dat alleen ijsberen met een geldige reispas pinguïns kunnen eten. IJsberen leven immers aan de Noordpool en pinguïns aan de Zuidpool. 
In de zoo kun je beide diersoorten misschien bewonderen, maar iets zegt me dat ze keurig uit elkaars buurt worden gehouden.

Een en ander brengt me bij een taalkundig probleem, namelijk: wanneer plaats je een komma vóór een betrekkelijke bijzin?
(Een betrekkelijke bijzin is een zin die doorgaans begint met die of dat.)

Vergelijk de volgende zinnen:

De ijsbeer, die op de Noordpool leeft, is met uitsterven bedreigd.
De ijsbeer die in de Antwerpse zoo leeft, heeft last van de warmte.

De eerste zin gaat over de ijsbeer als soort. De zin zegt ons dat de ijsbeer uitsterft. Terloops krijg je ook de informatie dat de ijsbeer (als soort) op de Noordpool leeft. 
Valt die informatie weg, dan is er niet aan de kernboodschap geraakt. Kijk maar:
De ijsbeer is met uitsterven bedreigd.

Het onderwerp van de tweede zin is die ene ijsbeer die in de Antwerpse zoo leeft. Op een zonnige zomerdag heeft die misschien wel last van de warmte. 
Je kunt de informatie uit de bijzin niet weglaten omdat ze belangrijk is. De bijzin beperkt immers het onderwerp van je zin. Dat merk je in het volgende voorbeeld:
De ijsbeer heeft last van de warmte.
Als je die zin uit de context leest, denk je misschien dat hij over de ijsbeer als soort gaat en niet over de beer in de Antwerpse zoo.

Of je al dan niet een komma plaatst, kan de betekenis van je zin dus grondig wijzigen. 

Ik geef je nog een voorbeeld:

* De Nederlanders, die op 27 april jarig zijn, zijn uitgenodigd op het koninklijk paleis.
De Nederlanders die op 27 april jarig zijn, zijn uitgenodigd op het koninklijk paleis. 

De eerste zin is nonsensicaal omdat niet alle Nederlanders op 27 april jarig zijn. 
De tweede zin gaat enkel over die Nederlanders die op Koningsdag jarig zijn. Semantisch (qua inhoud dus) is hij mogelijk, maar veel zal afhangen van de vrijgevigheid van het koningshuis.


Dit onthoud je:


  • Niet elke ijsbeer heeft last van de warmte.
  • Ik sluit niet uit dat er meer dan één ijsbeer in de zoo leeft.
  • Niet elke Nederlander wordt op Koningsdag uitgenodigd op het paleis.
  • Plaats nooit een komma vóór een beperkende bijzin.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten