Mijn lijst met blogs

zaterdag 29 april 2017

Over de man, de wolf, de geit en de kool




Je komt het niet zo vaak tegen: een man is op stap met een wolf, een geit en een kool. 

Hij komt bij een rivier en moet veilig aan de overkant geraken. 
Er ligt een bootje maar het is klein: hij zal de wolf, de geit en de kool elk apart naar de overkant moeten brengen. 

Er is echter een probleem. 
Hij kan de wolf en de geit niet samen achterlaten op een oever terwijl hij de kool vervoert. De wolf zou de geit immers kunnen opeten. Hij kan ook de geit niet samen met de kool achterlaten want dan zal de geit de kool opeten. 

Hoe kan hij de wolf, de geit en de kool met de boot naar de overkant brengen zonder dat de geit of de kool worden opgegeten?

Ja, dit is een raadseltje. Je vraagt je vermoedelijk af wat het met taal te maken heeft. Het antwoord is: niet zo veel. Ik had gewoon zin om je een oefening in logisch denken voor te leggen. 
Let wel, dit moet me even van het hart:  de relatie tussen logisch of wiskundig denken en taalwetenschap (de echte taalwetenschap, die meer is dan taalregeltjes) is veel hechter dan je denkt. Misschien later meer daarover. 

Heb je de oplossing voor het raadsel? Plaats het dan onder opmerkingen. Ik ben benieuwd!


Dit heb je misschien opgemerkt:

  • Er zijn wolven die wel geiten lusten maar geen kool.
  • Er zijn erg grote kolen. 




vrijdag 28 april 2017

Monsantokip


Een teken van verbondenheid



Resie heeft een vraag over de kommapunt (of puntkomma). Wanneer plaats je dat teken nu eigenlijk? 
Je ziet de kommapunt niet zo vaak in tekst: blijkbaar aarzelen nogal wat mensen om het teken te gebruiken. 

De kommapunt kun je plaatsen tussen twee zinnen die zonder elkaar weinigzeggend zijn. De ene zin ligt als het ware in het verlengde van de andere. Wat links en rechts van het teken staat, is sterk met elkaar verbonden. Die verbondenheid is sterker dan bij een punt.
Voorbeeld
Jan is ziek; hij komt vandaag niet werken. 

Je hoort me niet zeggen dat de punt hier fout zou zijn. Als steeds in de taalregelgeving wordt veel aan het gevoel van de taalgebruiker overgelaten. Het sterk met elkaar verbonden zijn is immers niet iets wat exact meetbaar is. Je kunt trouwens stellen dat zinnen in een tekst sowieso inhoudelijk met elkaar verbonden zijn en logisch uit elkaar volgen. 

Misschien kunnen de stijlregels je helpen. Immers, plaats je een punt in het bovenstaande voorbeeld, dan krijg je een opeenvolging van twee korte zinnen met een gelijkaardige grammaticale structuur van onderwerp + werkwoord + de korte rest van de zin. Dat is geen mooie stijl.
Voorbeeld
Jan is ziek. Hij komt vandaag niet werken. 

Ik geef toe, ook in het tweede voorbeeld heb je die opeenvolging van korte, grammaticaal gelijkaardige zinnen. Door de kommapunt echter lijkt het meer aanvaardbaar, alsof je maar met één zin te maken hebt in plaats van met twee. 

Vergis je echter niet: wat links en rechts van de kommapunt staat, is grammaticaal een aparte zin (een hoofdzin dus) en heeft de woordvolgorde eigen aan de hoofdzin. 
Maak je van één van de hoofdzinnen een ondergeschikte zin (een bijzin), dan verandert de woordvolgorde: het werkwoord van de bijzin komt achteraan te staan. 
Voorbeeld 
Jan komt vandaag niet werken omdat hij ziek is. 

Merk ook op dat er geen spatie komt voor de kommapunt. Dat is geen spellingregel maar een typografische afspraak voor het Nederlands. In het Frans komt de spatie er wel. 


Dit onthoud je:


  • Je kunt verbondenheid uitdrukken met een kommapunt. Een ruiker bloemen lijkt me anders ook wel een leuk idee.









donderdag 27 april 2017

Over koninginnen en hun hapjes




Vandaag viert Nederland Koningsdag, de geboortedag van de Nederlandse koning. 
Nog niet zo lang geleden werd niet Koningsdag maar Koninginnedag gevierd. Google vertelt me dat die dag niet op 27 april viel maar enkele dagen later, op de laatste dag van de maand. 

Wie een oog heeft voor taal, zal merken dat er geen tussen-n staat in Koninginnedag. Nochtans heeft het woord koningin een meervoud op -en en geen ander meervoud. 

Dat brengt ons bij de laatste uitzondering op de regel van de tussen-n. Het betreft de woorden waarvan het eerste deel verwijst naar iets wat enig is in de gegeven context
Zo schrijf je ook maneschijn en zonneschijn: er is immers maar één maan of zon waarvan wij het lichtschijnsel kunnen zien. Een gelijkaardig woord is hellevuur: er zou volgens het geloof maar één hel zijn. Sommigen zullen dat betwijfelen maar filosofie is niet het onderwerp van dit stukje. 

De woorden in de gegeven context zijn belangrijk. Koninginnedag was de dag van één welbepaalde koningin. Misschien at die koningin op Koninginnedag wel een koninginnenhapje. Iedereen kan echter zo een hapje eten, het is niet het voorrecht van de Nederlandse koningin. Om die reden volgt het woord dan ook de algemene regel en krijgt het een tussen-n.

Let ook op de hoofdletters: er staat een hoofdletter in Koninginnedag omdat het de naam van een feestdag is. Koning en koningin echter schrijf je zonder hoofdletter, net als de andere namen van titels en graden (zoals prins, paus, dokter of minister). 

Dit onthoud je:

  • Ook wanneer je niet Beatrix of Juliana heet, mag je koninginnenhapjes eten. 






dinsdag 25 april 2017

Allen daarheen


Waarom oma's op komma's letten



Er zijn mensen met een grote angst voor spellingsfouten. Ik kom ze geregeld tegen: doorgaans zijn ze niet meer zo jong en groeiden ze op in een tijd waarin foute taal werd gekoppeld aan foute opvoeding. Er werd in die tijd trouwens niet gesproken over Algemeen Nederlands maar over Algemeen Beschaafd Nederlands (ABN). Wie geen 'keurig' Nederlands sprak of schreef, was niet 'beschaafd'. 

Jammer genoeg zijn mensen doorgaans veel minder bezig met het correcte gebruik van leestekens. Over het nut van een uniforme spelling kun je uren debatteren. Maar of je nu voor of tegen een strenge spelling bent, vast staat dat niet zo veel spellingsfouten je beletten een zin correct te begrijpen. Leestekens daarentegen hebben wel degelijk een grote invloed op hoe je de zin moet lezen. Dat geldt trouwens niet enkel voor het Nederlands ... 






Wat onthoud je?

  • Kannibalen plaatsen geen komma's.
  • Je vindt meer info over de komma en de kommapunt in volgende hoofdstukjes.


dinsdag 18 april 2017

Terreur in het bos


Inwijding in de uitweiding



Ik lees in de krant dat de directeur van een Vlaamse school niet wil *uitwijden over een incident dat gebeurde tijdens een buitenlandse schoolreis.
Dat kan ik nog enigszins begrijpen: niemand loopt graag met de billen bloot.


Minder begrijpelijk is de keuze van de journalist voor de spelling *uitwijden. Je kunt maar hopen dat de man niet van plan is deel te nemen aan het volgende Groot Dictee der Nederlandse Taal. 

Vermoedelijk heeft de verwarring te maken met het feit dat bij uitweiden over een onderwerp velen denken aan de woorden wijd of wijder, meer bepaald het wijder maken van het onderwerp. Dat is echter fout gedacht. 


Waar komt het woord uitweiden dan vandaan?

Uitweiden is iets wat koeien doen wanneer ze de eigen weide hebben kaalgevreten: ze weiden uit naar de weidekanten of naar een andere weide, op zoek naar voedsel.
Uit de betekenis uit de weide gaan is gaandeweg de betekenis afdwalen of uitvoerig spreken gegroeid. 

Overigens bestaat het woord uitwijden ook: het betekent wijder worden of wijder maken. Zo kun je een trui uitwijden door er aan te trekken of kan iets uitwijden door de warmte.


Dit onthoud je:


  • Waarover praten stieren in de wei? Over koetjes en kalfjes natuurlijk! Ze weiden er graag over uit. 




zondag 16 april 2017

Over reuzeleuke reuzen en hun feesten




Vieren reuzen feest? 

Jazeker, het kind in mij twijfelt er niet aan: reuzen houden reuzenfeesten ... en het zijn zonder twijfel reuzefeesten.

Ja, ik breng je weer bij de regel voor de tussen-n. 
Even opfrissen: soms moet er een n tussen de twee delen van een samenstelling. 
Die n komt er wanneer het eerste deel een woord is met een meervoud op en en geen ander meervoud. 
Het woord reus is zo een woord. Daarom schrijven we reuzenfeesten wanneer we verwijzen naar een feest voor reuzen.

In sommige woorden echter verwijst reus niet naar een grote mens. 
Je kunt reuze immers ook gebruiken om de betekenis van een woord te versterken. Dat doe je onder meer in de woorden reuzefeest (een heel leuk feest), reuzeleuk (heel erg leuk) of reuzepret (erg veel pret).
De n valt weg in die woorden omdat de letterlijke betekenis van het woord zoek is. 
Gebruik je reuze echter in de betekenis erg groot, dan laat je de n staan. 

Andere woorden waarin je de n weglaat:
apetrots
beresterk, bereleuk, beregoed
boordevol
pokkeduur
reuzevent, reuzemop
retegoed, retespannend
stekeblind

Vergelijk met:
de apenrots (de rots in de dierentuin waarop de apen zitten)
een berenjong (het jong van een beer)
een reuzenstap (een stap als van een reus)
een reuzenhaai (de reus onder de haaien)

Dit onthoud je:

  • Er zijn reuzenfeesten en reuzefeesten. 
  • Op beide feesten moet je goed op je tenen letten bij het dansen. 












dinsdag 4 april 2017

De taal in tijden van liefde en passie

Takkewijf?



Ik kom nog even terug op de taalregel voor de tussen-n, je weet wel: de regel die zegt dat je voortaan pannenkoek en paddenstoel moet schrijven.

Hoe luidt de regel? 
Tussen de twee delen van een samengesteld woord komt soms een n. Dat is enkel zo als het eerste deel van de samenstelling een woord is met een meervoud op en en geen ander meervoud.


Er zijn uitzonderingen op de regel. 

In dit stukje zal ik het hebben over de grootste groep van uitzonderingen, namelijk de versteende uitdrukkingen. 


Versteende uitdrukkingen zijn samenstellingen waarvan je zou kunnen menen dat ze de basisregel volgen. 

Het eerste deel ervan lijkt immers een substantief te zijn met een meervoud op en (en geen ander meervoud)
Dat is echter niet het geval. 
In sommige versteende uitdrukkingen verwijst het eerste deel niet naar het woord dat je meent te herkennen. 
Van andere versteende uitdrukkingen is de oorspronkelijke betekenis verloren gegaan.

Enkele voorbeeldjes

Van het woord klerelijer zou je misschien denken dat het verwijst naar een woord kleren (meervoud van kleed), maar dat is niet zo. De klere uit het woord verwijst naar de ziekte cholera. Een klerelijer was dus iemand die cholera had. 

Het woord kattebelletje verwijst niet naar het belletje voor de kat. Dat belletje bestaat ook maar heet kattenbelletje. Een kattebelletje daarentegen is een kort berichtje of briefje. Het woord is een vernederlandsing van het Italiaanse (s)cartabello, wat boekje betekent.

Het woord ruggengraat volgt de algemene regel omdat het nog letterlijk naar de rug verwijst
Dat is niet het geval voor ruggespraak. Ruggespraak is het overleg dat je hebt met je achterban (d.w.z. zij die achter je staan) alvorens een besluit te nemen. Die achterban hoeft niet per se letterlijk achter je rug te staan.

Enkele versteende uitdrukkingen voor in tijden van liefde

zottebollen
bolleboos
schattebout
nachtegaaltje
bruidegom
petekindje

... en voor in minder liefdevolle tijden

flierefluiter
takkewijf
bullebak
klerelijer
klerezooi
klotevent
een koekepeer (op je kinnebak)


Dit onthoud je:

  • In tijden van liefde en passie kan het nuttig zijn even het Groene Boekje open te slaan om je vocabulaire bij te werken.
  • In versteende uitdrukkingen vind je geen tussen-n.